27/3/2025

75 jaar Lenferink: Van schildersbedrijf tot totale onderhoudspartner

Het is slechts 1,5e kilometer van ons hoofdkantoor in Heino naar het pand van Lenferink, maar toch komen we op die weg al minimaal drie Lenferink-busjes tegen. Toeval is dat overigens zeker niet, want het zegt álles over de huidige status van het Heinose bedrijf. Het kleine schildersbedrijfje van 75 jaar geleden is inmiddels uitgegroeid tot één van de beste onderhoudspartners van Oost-Nederland.

Dat groeien nemen ze bij Lenferink overigens zeer letterlijk, want het bedrijfspand wordt flink verbouwd als wij op een regenachtige februaridag langskomen. We banen ons een weg over het zanderige bouwterrein, maar eenmaal binnen worden we met open armen ontvangen. “Sorry, het is een beetje chaotisch”, zo lacht mede-eigenaar Bob Lenferink terwijl hij ons dwars door alle werkzaamheden richting de kantine leidt. Op de wand schittert een fotocollage met allerlei zwart-wit beelden uit de oude doos. “Dat is mijn opa”, zo wijst Bob naar een foto van een man naast een oude werkbus. “Met hem is het in 1949 allemaal begonnen. Het schilderbloed zat in zijn genen, want ook zijn vader en opa hadden hetzelfde doel: gewoon lekker schilderen.” Bob voorziet ons van een kop koffie en begeleidt ons vervolgens naar zijn kantoor. “Eigenlijk begon ons verhaal een beetje vreemd”, zo grijnst Bob terwijl hij gaat zitten. “Mijn opa was dienstplichtig en zat in Indonesië. Hij had grootse plannen voor daarna. Hij wilde naar Australië, de wereld zien. Toen hij na vier jaar dienstplicht terugkeerde, bleken zijn ouders een verrassing te hebben. Ze hadden een klein schildersbedrijfje in Lierderholthuis overgenomen. ‘Je kan morgen beginnen, succes!’, zo klonk het. Met een ladder over zijn schouder ging hij op de fiets van klus naar klus. Dat was het begin van Lenferink.”

Nieuwe generaties

Opa Lenferink breidde het bedrijf langzaam steeds verder uit en zo kwamen ook de eerste personeelsleden in dienst. Dik dertig jaar later nam zijn zoon het bedrijf vrij abrupt over. “Mijn vader deed eigenlijk wat anders, maar mijn opa kreeg een hartaanval en kon niet verder”, zo vertelt Bob daarover. “Het was een beetje noodgedwongen, maar mijn vader koos ervoor om terug te gaan naar het ouderlijk huis en Lenferink voort te zetten.” Bob, zijn broer Luc en zus Elza groeiden vervolgens op in en rondom het bedrijf. Herinneringen aan die tijd brengen een grote glimlach op het gezicht van Bob. “Het was altijd druk en er was altijd reuring. Dat vond ik als kind heel gezellig. We speelden in de loods, klommen op bussen en renden rond over het terrein. Elke ochtend kwamen alle jongens naar de werkplaats en elke vrijdagmiddag deden ze daar een biertje met een gehaktbal. Wij zaten overal middenin, maar toch had ik nooit verwacht zélf in het bedrijf te gaan werken.” Nee, Bob had (en heeft) niet zo veel met de technische bouwwereld. Het ondernemerschap trok hem zeker wel maar het bedrijf van zijn vader overnemen? “Niks voor mij, zo dacht ik altijd”, blikt Bob terug. “Ik ging economie studeren, deed een master richting ondernemerschap en had een eigen adviesbureau. Daar kwam ik er langzaam achter dat een bedrijf een bedrijf is. Of je nou een onderhoudsbedrijf of een koekjesfabriek hebt, het blijft ondernemen. Ik dacht: ‘Hé, Lenferink is ook ‘gewoon’ een bedrijf waarin ik mijn ondernemerschap kwijt kan!’ Mijn broer legde een soortgelijke route af en kwam een paar jaar later in het, inmiddels naar Heino verhuisde, bedrijf. In 2016 namen we samen officieel het stokje over.”

Een ander type bedrijf

Hoewel de broers het altijd heel goed konden – en kunnen! – vinden, waren er ook wel lichte twijfels. Want samenwerken met je familie, moet je dat nou wel doen? “Je hoort natuurlijk regelmatig verhalen waarin het bedrijf tussen de familie komt te staan”, zo knikt Bob. “Wij hebben daarom altijd gezegd: het is maar een bedrijf. Familie gaat voor álles. Toch ben ik wel heel blij dat we het samen hebben gedaan. Het versterkt je band enorm. Mijn vader heeft het ondernemerschap weleens als eenzaam ervaren. Alleen keuzes maken. Alles op jouw schouders. Maar wij zijn nooit alleen. We kunnen problemen of uitdagingen altijd met elkaar delen. Daarnaast kijken we op dezelfde manier naar het bedrijf. Luc en ik vinden het allebei leuk om strategisch bezig te zijn. Hoe kunnen we ons bedrijf ontwikkelen, innoveren en laten groeien? Waar willen we naartoe? Tegelijkertijd zijn we minder van het operationeel leiding geven. En dus stond ons ook wel een keuze te wachten. Want als ons bedrijf zou blijven zoals het was, dan werd het voor ons geen leuke baan. Puur omdat we onze passie er niet in kwijt konden.”

De broers liepen in de bouwwereld gevoelsmatig tegen een muur op. In de sector wordt er namelijk veel projectmatig gewerkt, op basis van aanbestedingen. “Wij geloven heilig in de kracht van samenwerken, maar de traditionele manier van samenwerken in de bouw is vrij destructief. We zijn met elkaar aan het vechten om van elkaar te winnen, in plaats van samenwerken om méér te maken”, zo licht Bob toe. “Voor ons was het duidelijk: we willen niet altijd moeten vechten om te overleven in die bouwwereld. En dus waren we er al heel snel van overtuigd dat we het anders wilden doen. Hoe? Door echt een ander type bedrijf te vormen.

Onder mijn vader ontwikkelde Lenferink zich al tot meer dan een schildersbedrijf alleen. We deden al veel particuliere onderhoudsplannen, maar we pakten vooral ook aan wat er op ons afkwam. Toen mijn broer en ik aan het roer kwamen, besloten we ons volledig te gaan richten op onderhoudsplannen en langdurige samenwerkingen met opdrachtgevers en partners. Als je met Uw Onderhoudspartner Lenferink in zee gaat, spreek je de intentie uit om voor meerdere jaren onderhoud bij ons neer te leggen. Maar je zit niet aan ons vast”, zo verduidelijkt Bob. “Je kan altijd stoppen. Maar in de praktijk zien we dat als wij goed werk leveren, deze afspraak bijna altijd doorloopt. En daarmee hebben wij en onze klant precies hetzelfde belang: het best mogelijke onderhoud leveren. Zij houden hun vastgoed tiptop in orde, wij verzekeren ons van een volgende onderhoudsbeurt.” Het plan was duidelijk, de stip op de horizon stond. Maar de uitvoering? Die liet nog een paar jaar op zich wachten. “Het is natuurlijk best een spannende stap, dus die durfden we niet meteen te nemen”, zo vertelt Bob.

“Als je deze weg kiest, moet je namelijk ook ‘nee’ gaan verkopen aan eenmalige onderhoudsbeurten. En je bent natuurlijk bang dat er meer werk wegvalt dan dat erbij komt. Daarnaast was het ook nog eens crisistijd en waren we vooral druk met onze mensen aan het werk houden. Zo’n acht jaar geleden hebben we gezegd: klaar met die eenmalige beurten. We hebben onze naam veranderd in ‘Uw Onderhoudspartner Lenferink’ en besloten er vol voor te gaan. Heel spannend, maar het leverde juist een enorme versnelling op! Doordat wij ons specialiseerden, dachten heel veel partijen: ‘Hé, zij richten zich specifiek op langjarig onderhoud en dat is precies wat we nodig hebben!’ Achteraf durf ik wel te zeggen dat we dit veel eerder hadden moeten doen.”

Feestjaar

De ontwikkeling die daarna volgde was inderdaad gigantisch. Bob en Luc stapten in een bedrijf met veertig man personeel, inmiddels zijn het er zo’n 150. “Het rare is dat groeien nooit ons doel is geweest”, zo vertelt Bob. “En nog altijd niet. We hebben dat helemaal losgelaten. Ook onze omzetdoelstelling, die is er niet meer. We onderscheiden ons door zo nadrukkelijk te kiezen voor meerjarig samenwerken en dat heeft ons veel succes gebracht. Maar tegelijkertijd geloof ik dat onze echte succesfactor iets anders is: de mens centraal zetten. Het werkplezier van de mensen als hoogste doel kiezen, maakt dat de rest vanzelf komt. Daar geloven we heilig in.”

Dat dit geen loze woorden zijn, blijkt wel uit de reis die Lenferink maakte ter ere van het 75-jarige jubileum. De onderhoudspartner trok met het hele team naar Hvar in Kroatië om feest te vieren. “Dat was echt fantastisch”, zo grijnst Bob breed. “Je kunt wel altijd zeggen: geld verdienen is niet het belangrijkste, maar leef het dan ook! Daarom wilden we ons jubileum heel graag op een bijzondere manier met iedereen vieren. Ons feestjaar sluiten we deze maand af met de opening van ons nieuwe pand.” Een feestjaar was het overigens niet alleen vanwege het mooie jubileum, Lenferink had nóg meer te vieren. Het bedrijf werd namelijk verkozen tot Onderneming van het jaar tijdens de Ondernemer van Morgen. “Ja, daar zijn we supertrots op”, zo glimt Bob terwijl hij naar de trofee knikt en even stilvalt. “Weet je, het is een prijs voor ons allemaal. Je bent altijd weer bezig met het volgende, met verdergaan, ontwikkelen en verbeteren wat nog niet goed gaat. Daardoor vergeet je weleens in het nu te leven en te genieten van wat je al hebt. Het was voor ons het perfecte moment om eens stil te staan en te zeggen: goed gedaan jongens. En natuurlijk blijven we alles op alles zetten om het nog beter te doen en ons doel te bereiken. Wat dit is? De beste onderhoudspartner van Oost-Nederland worden. Die droom is nog niet af, maar we zijn er niet meer heel ver vandaan.

Samenwerken blijft daarin het codewoord, maar daarnaast vinden we het ook belangrijk om maatschappelijk betrokken te zijn. We hebben zoveel te danken aan deze regio. Salland maakt dat we dit bedrijf kunnen hebben. En dus willen we ook graag wat teruggeven. Dit doen we bijvoorbeeld door bewust bezig te zijn met duurzaamheid en circulariteit, maar ook door ons te richten op opleiden. Door Koninklijk OnderhoudNL werden we al eens uitgeroepen tot beste leerbedrijf van Nederland, maar ook Innovatiehub Salland is daarvan natuurlijk een mooi voorbeeld. Als mede-initiatiefnemer worden wij daar heel erg blij van. We hoeven namelijk niet het meeste geld te verdienen. We willen vooral waarde toevoegen aan de regio.

Dit artikel is geplaatst in de maart 2025 editie van het blad SOM.